Responsive image

Artikel 10. Dividenden

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 10. Dividenden

    1.
  • Dividenden betaald door een vennootschap die inwoner is van een verdragsluitende Staat aan een inwoner van de andere verdragsluitende Staat, mogen in die andere Staat worden belast.
    2.
  • Dividenden mogen echter ook in de verdragsluitende Staat waarvan de vennootschap die de dividenden betaalt inwoner is, overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden inwoner is van de andere verdragsluitende Staat, mag de aldus geheven belasting 15 percent van het brutobedrag van de dividenden niet overschrijden.
    3.
  • Niettegenstaande de bepalingen van paragraaf 2, zijn dividenden bedoeld in paragraaf 1 slechts in de andere verdragsluitende Staat belastbaar, indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden:
  • a.een vennootschap is waarvan het kapitaal geheel of gedeeltelijk in aandelen is verdeeld en die inwoner is van de andere verdragsluitende Staat en onmiddellijk ten minste 10 percent bezit van het kapitaal van de vennootschap die de dividenden betaalt gedurende een periode van 365 dagen die tevens omvat de dag van betaling van het dividend (voor het berekenen van die periode wordt geen rekening gehouden met veranderingen van eigendom die het rechtstreekse gevolg zijn van een bedrijfsreorganisatie zoals een fusie of een splitsing van de vennootschap die de aandelen bezit of de dividenden betaalt); of
  • b.een erkend pensioenfonds is, mits die dividenden zijn verkregen uit de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3, paragraaf 1, subparagraaf j.
    4.
  • De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende Staten kunnen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van de paragrafen 2 en 3 regelen.
    5.
  • De bepalingen van de paragrafen 2 en 3 laten onverlet de belastingheffing van de vennootschap ter zake van de winst waaruit de dividenden worden betaald.
    6.
  • De uitdrukking „dividenden”, zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit aandelen, winstaandelen of winstbewijzen, mijnaandelen, oprichtersaandelen of andere rechten op een aandeel in de winst, met uitzondering van schuldvorderingen, alsmede inkomsten uit andere vennootschappelijke rechten – en inkomsten betaald in de vorm van interest – die volgens de wetgeving van de Staat waarvan de uitkerende, respectievelijk betalende, vennootschap inwoner is, op dezelfde wijze als inkomsten uit aandelen in de belastingheffing worden betrokken.
    7.
  • De bepalingen van de paragrafen 1, 2, 3 en 9 zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, die inwoner is van een verdragsluitende Staat, in de andere verdragsluitende Staat waarvan de vennootschap die de dividenden betaalt inwoner is, een bedrijf met behulp van een aldaar gelegen vaste inrichting uitoefent en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald wezenlijk is verbonden met die vaste inrichting. In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 van toepassing.
    8.
  • Indien een vennootschap die inwoner is van een verdragsluitende Staat winst of inkomsten verkrijgt uit de andere verdragsluitende Staat, mag die andere Staat geen belasting heffen op dividenden die door de vennootschap worden betaald, behalve voor zover die dividenden aan een inwoner van die andere Staat worden betaald of voor zover het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald wezenlijk is verbonden met een in die andere Staat gelegen vaste inrichting, noch de niet-uitgedeelde winst van de vennootschap onderwerpen aan een belasting op niet-uitgedeelde winst, zelfs indien de betaalde dividenden of de niet-uitgedeelde winst geheel of gedeeltelijk bestaan uit winst of inkomsten die uit die andere Staat afkomstig zijn.
    9.
  • Niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1, 2 en 8, mogen dividenden betaald door een vennootschap die niet voor de toepassing van paragraaf 1 en 2 maar krachtens de wetgeving van een verdragsluitende Staat inwoner is van die Staat, aan een natuurlijke persoon die een inwoner is van de andere Staat en die op het tijdstip waarop hij ophield inwoner te zijn van de eerstgenoemde Staat wordt belast over de waardevermeerdering van vermogen als bedoeld in artikel 13, paragraaf 5, in overeenstemming met de wetgeving van die Staat ook in die Staat worden belast, maar uitsluitend gedurende een tijdvak van tien jaar na het jaar van de emigratie van de natuurlijke persoon, en voor zover een belastingclaim ter zake van de waardevermeerdering nog openstaat, en ten hoogste aan een tarief dat de helft van het algemene tarief van de bronbelasting van die andere Staat niet overschrijdt.
    10.
  • Inkomsten verkregen als stille (commanditaire) vennoot uit winstaandelen in een onderneming van één van de verdragsluitende Staten mogen in die Staat overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.