- 1.Een natuurlijke persoon die aan boord van een schip of binnenschip woont zonder een werkelijke woonplaats in een verdragsluitende Staat te hebben, wordt geacht zijn woonplaats te hebben in de Staat waarin het schip of binnenschip zijn thuishaven heeft.
- 2.Voor de toepassing van dit Verdrag is de plaats van werkelijke leiding van elke andere persoon dan een natuurlijke persoon de plaats waar de bedrijfsleiding van die persoon in haar totaliteit wordt waargenomen en waar het hogere toezicht op de werkzaamheden wordt uitgeoefend. De volgende criteria worden onder andere in aanmerking genomen om te bepalen waar de plaats van werkelijke leiding zich bevindt:
- –De plaats waar de raad van bestuur of het gelijkaardige orgaan haar vergaderingen houdt;
- –De plaats waar het dagelijkse bestuur wordt uitgeoefend;
- –De plaats waar hogere kaderleden/zaakvoerders hun werkzaamheden uitoefenen;
- –De plaats waar boeken en registers worden gehouden.