Indien in de loop van eenzelfde tijdvak gezinsbijslagen verschuldigd zijn voor eenzelfde kind ingevolge de wetgevingen van beide landen, worden de gezinsbijslagen, verschuldigd ingevolge de wetgeving van het land op het grondgebied waarvan het kind woont, dan wel wordt opgevoed, uitbetaald door het bevoegde orgaan van dit laatste land en voor rekening van dit orgaan.
Indien dit bedrag echter lager is dan het bedrag dat krachtens de wetgeving van het andere land zonder toepassing van het Verdrag voor ditzelfde kind zou zijn verleend, dient het bevoegde orgaan van dit laatste land ten aanzien van ditzelfde kind een aanvulling te verlenen welke gelijk is aan het verschil tussen die beide bedragen.
Deze aanvulling komt volledig voor rekening van laatstbedoeld orgaan.