Wanneer twee of meer personen recht hebben op een weduwenpensioen uit hoofde van het overlijden van eenzelfde verzekerde, geschiedt de in artikel 30 van het Verdrag bedoelde verdeling van het pensioen dat krachtens de Nederlandse wetgeving of met toepassing van Hoofdstuk III van Titel III van het Verdrag door het Nederlandse orgaan verschuldigd is, als volgt:
elk van de weduwen heeft, naar evenredigheid van het aantal rechthebbenden, recht op een gedeelte van het verhoogde pensioen zolang zij een of meer ongehuwde kinderen heeft die jonger zijn dan 18 jaar, dan wel van het normale pensioen wanneer zij niet zulke kinderen heeft.