Het orgaan van elke Verdragsluitende Partij stelt overeenkomstig de door dit orgaan toegepaste wetgeving vast of de belanghebbende, met inachtneming van artikel 23, aan de gestelde voorwaarden voor het recht op uitkeringen voldoet. Indien de belanghebbende aan deze voorwaarden voldoet, stelt bedoeld orgaan het bedrag van de uitkering overeenkomstig de door dit orgaan toegepaste wetgeving vast, eventueel met inachtneming van afdeling 2 van dit hoofdstuk.