- 1
- Om in aanmerking te komen voor uitkeringen overeenkomstig artikel 19 van het Verdrag, dient de in Nederland wonende werknemer of nagelaten betrekking van een werknemer zijn aanvraag om uitkering krachtens de Marokkaanse wettelijke regeling in bij het Districtskantoor van de Sociale Verzekeringsbank binnen welks gebied hij zijn woonplaats heeft. Indien de aanvraag bij een ander Nederlands orgaan wordt ingediend, vermeldt dit orgaan de datum van ontvangst op de aanvraag en zendt deze onverwijld aan het bevoegde het Districtskantoor van de Sociale Verzekeringsbank door.
- 2
- Het Districtskantoor van de Sociale Verzekeringsbank gaat na of de aanvraag volledig is ingevuld en bevestigt de juistheid van de door de aanvrager gedane opgaven. Het Districtskantoor van de Sociale Verzekeringsbank voegt hierbij een opgave van de krachtens de Nederlandse wettelijke regeling vervulde tijdvakken van verzekering en zendt de aanvraag daarna aan het Marokkaanse bevoegde orgaan.
- 3
- Het Marokkaanse bevoegde orgaan neemt een beslissing op de aanvraag en zendt zijn beslissing, in de Franse taal gesteld, rechtstreeks aan de aanvrager onder vermelding van de rechtsmiddelen en beroepstermijnen; het zendt een afschrift aan het Districtskantoor van de Sociale Verzekeringsbank.
- 4
- Wanneer het gaat om een weduwenpensioen, reserveert het Marokkaanse orgaan in het voorkomende geval het bedrag van de eventuele achterstallige termijnen ten behoeve van het Nederlandse orgaan. Bij de definitieve afdoening van de aanvraag om uitkeringen wordt het door het Districtskantoor van de Sociale Verzekeringsbank te veel betaalde op het bedrag van de achterstallige termijnen ingehouden door de Caisse Nationale de Sécurité Sociale, die dit overmaakt aan vorenbedoeld Nederlands orgaan.