In de in artikel 13, vierde lid, van het Verdrag bedoelde gevallen verzoekt het bevoegde orgaan, zo nodig, het orgaan van de laatste woonplaats om gegevens met betrekking tot het tijdvak waarin verstrekkingen zijn verleend dat onmiddellijk voorafging aan het verblijf op of de overbrenging van de woonplaats naar het grondgebied van de bevoegde Staat.