De hoogste administratieve autoriteiten zullen in gemeenschappelijk overleg, zo nodig, ten behoeve van afzonderlijke groepen van arbeiders, in het bijzonder ten behoeve van de mijnwerkers en de zeelieden, nadere regelingen treffen.
Dezelfde hoogste administratieve autoriteiten zullen in gemeenschappelijk overleg de maatregelen treffen, welke ter uitvoering van de bepalingen van dit Verdrag nodig zullen zijn.