- 1
- De uitvoeringorganen, welke uitkeringen verschuldigd zijn ingevolge de sociale verzekering van een der beide Staten, zullen in het geval, dat degene, die een uitkering geniet, in het andere land verblijft of daarheen zijn verblijfplaats overbrengt, het bevoegde orgaan van dat land kunnen belasten met de uitbetaling van de uitkeringen. De hoogste administratieve autoriteiten van de beide landen zullen bij administratieve regeling de wijze van uitvoering nader vaststellen, in het bijzonder met betrekking tot de terugbetaling van de uitkeringen en van de kosten, op de uitbetaling vallende.
- 2
- Aan de rechthebbenden, die in een derde land verblijven, worden de renten en pensioenen, met inbegrip van de bijslagen, uitbetaald onder dezelfde voorwaarden, welke gelden voor de onderdanen van het land, waartoe het orgaan, dat de uitkeringen verschuldigd is, behoort.
- 3
- Ingeval een orgaan van het land van verblijf een voorschot op de uitkeringen heeft verstrekt, treedt dit orgaan tegenover het orgaan, dat de uitkeringen verschuldigd is, in de rechten van de belanghebbende.