Behoudens de bepalingen van deze Overeenkomst genieten Zwitserse en Nederlandse onderdanen, die aanspraak kunnen maken op uitkeringen krachtens wettelijke regelingen, als bedoeld in artikel 2, deze uitkeringen volledig en zonder enige beperking, zolang zij op het grondgebied van een der Overeenkomstsluitende partijen woonachtig zijn.
Onder hetzelfde voorbehoud worden genoemde uitkeringen door een van de partijen aan onderdanen van de andere partij die in een derde land woonachtig zijn toegekend onder dezelfde voorwaarden en in dezelfde mate als aan zijn eigen onderdanen, die in dit land woonachtig zijn.