Wanneer een onderdaan van een der Partijen of een in artikel 4, tweede lid, sub b of c, bedoelde persoon op het tijdstip van zijn overlijden onderworpen was aan de in artikel 2, eerste lid, sub a bedoelde wetgeving en hij voordien ten minste in totaal twaalf maanden krachtens de Nederlandse wetgeving inzake nabestaandenverzekering verzekerd is geweest, hebben zijn nabestaanden recht op een uitkering vastgesteld volgens laatstbedoelde wetgeving en berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 20.