- 1
- Het werkelijke bedrag van de uitgaven ter zake van de krachtens de artikelen 11, eerste lid, 13, eerste, tweede en zesde lid, en 14, vijfde lid, van het Verdrag verleende verstrekkingen, wordt door de bevoegde organen welke bedoelde verstrekkingen hebben verleend, vergoed, zoals zij uit de boekhouding van laatstbedoelde organen blijken.
- 2
- Voor de vergoeding kunnen geen hogere tarieven in rekening worden gebracht dan die welke gelden voor de verstrekkingen, verleend aan werknemers die onderworpen zijn aan de wetgeving welke wordt toegepast door het orgaan dat de in het eerste lid van dit artikel bedoelde verstrekkingen heeft verleend.