Responsive image

Bijlage 3.12.2 als bedoeld in artikel 3.12.7, tweede lid, van de...

Download de app voor meer functionaliteit.

Bijlage 3.12.2 als bedoeld in artikel 3.12.7, tweede lid, van de...

als bedoeld in artikel 3.12.7, tweede lid, van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies

Model garantstellingsovereenkomst ten aanzien van niet converteerbare achtergestelde leningen

Overeenkomst tussen:

  • 1.De Staat der Nederlanden, hierna te noemen: de Staat,vertegenwoordigd door de Minister van Economische Zaken en Klimaat;
  • 2....., hierna te noemen financier;

Partijen zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

  • a.minister: de Minister van Economische Zaken en Klimaat;
  • b.kapitaalvennootschap:
  • 1°.een vennootschap als bedoeld in artikel 1 van de Eerste Richtlijn 68/151/EEG van de Raad van 9 maart 1968 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de Lid-Staten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks ten einde die waarborgen gelijkwaardig te maken (PB EG L 65), of
  • 2°.een kapitaalvennootschap die is ingericht naar het recht van één van de lidstaten van de Europese Unie, die rechtspersoonlijkheid bezit, een apart vermogen heeft dat bij uitsluiting voor de schulden van de vennootschap kan worden aangesproken en op grond van haar nationale wetgeving onderworpen is aan garantievoorwaarden zoals bedoeld in Richtlijn 68/151/EEG van de Raad om de belangen van zowel deelgerechtigden als derden te beschermen;
  • c.ondernemer: een natuurlijk persoon, een rechtspersoon of een vennootschap, die een onderneming in stand houdt, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld;
  • d.kleine onderneming: kleine onderneming in de zin van verordening (EG) nr. 800/ 2008 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van artikel 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (de algemene groepsvrijstellingsverordening) (PbEU L 214);
  • e.middelgrote onderneming: een middelgrote onderneming in de zin van verordening (EG) nr. 800/ 2008 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van artikel 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (de algemene groepsvrijstellingsverordening) (PbEU L 214);
  • f.participatiemaatschappij: kapitaalvennootschap, vennootschap met een afgescheiden vermogen, of rechtspersoon met een afgescheiden vermogen niet zijnde een vennootschap, ingericht naar het recht van één van de lidstaten van de Europese Unie, die blijkens zijn statuten of blijkens de overeenkomst waarbij hij is ingesteld tot doel heeft of mede tot doel heeft het verstrekken van risicokapitaal aan ondernemers teneinde winst te behalen, met uitzondering van startersfondsen als bedoeld in artikel 3.10.1 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies;
  • g.bank: binnen het grondgebied van de Europese Unie gevestigde bank die is toegelaten het bedrijf van bank uit te oefenen;
  • h.financier: een bank of een participatiemaatschappij;
  • i.achtergestelde lening:
  • 1°.een lening van geld door een financier aan een ondernemer met het oog op de financiering door deze onderneming van eigen activiteiten,
  • welke lening niet door enige vorm van zekerheid is gedekt, met uitzondering van een borgstelling die een aandeelhouder in de onderneming van de ondernemer op persoonlijke titel heeft gegeven,
  • waarop de ondernemer krachtens een daartoe strekkende bepaling in de akte van geldlening in geval van ontbinding, een akkoord na verlening van surseance van betaling, een akkoord in faillissement of een akkoord na het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen met betrekking tot de ondernemer waaraan de achtergestelde lening is verstrekt, eerst verplicht is de niet vervallen aflossingen te betalen nadat alle andere op dat moment bestaande schulden van de debiteur zijn voldaan, met uitzondering van schulden ingevolge vorderingen waaraan een bepaling van gelijke aard als voornoemde bepaling zijn verbonden en ingevolge geldleningen die zijn verstrekt door aandeelhouders in de onderneming van de ondernemer, en
  • ten aanzien waarvan de financier in de vorenbedoelde akte van geldlening afstand heeft gedaan van alle rechten tot verrekening van de niet vervallen aflossingen; of
  • 2°.een lening van geld door een financier aan een ondernemer die een rechtspersoon is wiens activa slechts bestaan uit deelnemingen in of vorderingen op een dochtermaatschappij in de zin van artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, met het oog op financiering door deze ondernemer van activiteiten van deze dochtermaatschappij,
  • welke lening niet door enige vorm van zekerheid is gedekt, met uitzondering van een persoonlijke borgstelling van een aandeelhouder in de onderneming van de ondernemer en van een pandrecht gevestigd op aandelen in de dochtermaatschappij,
  • en ten aanzien waarvan de financier in de akte van geldlening afstand heeft gedaan van alle rechten tot verrekening van de niet vervallen aflossingen;
  • j.waarde van een achtergestelde lening: het nog niet afgeloste deel van de lening;
  • k.aandelenkapitaal: aandelen in het kapitaal van een onderneming van de ondernemer, die de financier rechtstreeks van de ondernemer heeft verkregen tegen volstorting van die aandelen in geld, of door omzetting van een achtergestelde lening;
  • l.waarde van aandelenkapitaal: het bedrag in geld dat de financier bij de volstorting van de aandelen heeft betaald dan wel, in geval van omzetting van een achtergestelde lening, of een deel daarvan, in aandelenkapitaal, de waarde van de uitstaande lening voor zover die is omgezet in aandelen, vermeerderd onderscheidenlijk verminderd met het bedrag in geld dat wegens de omzetting is bijbetaald door, onderscheidenlijk terugbetaald aan de financier;
  • m.risicokapitaal: kapitaal in de vorm van aandelenkapitaal of een achtergestelde lening;
  • n.groep: een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:
  • 1°.een natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die direct of indirect:
  • meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,
  • volledig aansprakelijk vennoot is van, of
  • overwegende zeggenschap heeft over een of meer rechtspersonen of vennootschappen, en
  • 2°.laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen;
  • o.onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent.

Artikel 2 Garantstelling

  • 1.De Staat stelt zich tegenover de financier garant voor 50% van de waarde van door de financier verstrekte niet converteerbare achtergestelde leningen, voor welke garantstelling de financier een provisie is verschuldigd.
  • 2.De garantie wordt verleend voor de duur van deze leningen met een maximum van twaalf jaar.
  • 3.De garantstelling heeft alleen betrekking op leningen
  • a.die worden verstrekt overeenkomstig de in artikel 3 genoemde voorwaarden;
  • b.die onder de garantstelling zijn gebracht overeenkomstig de procedure van artikel 4.
  • 4.Indien de financier bij de verstrekking van een lening een gedeelte daarvan niet onder de garantstelling van de Staat brengt, is deze overeenkomst slechts van toepassing op het gedeelte van de lening dat onder de garantstelling is gebracht, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald.

Artikel 3 Randvoorwaarden risicokapitaal

Een niet converteerbare achtergestelde lening aan een ondernemer kan onder de garantstelling van de Staat worden gebracht indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.de rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven van de onderneming van de ondernemer zijn bevredigend;
  • b.in de voorafgaande periode van twaalf maanden zijn niet meer middelen ten behoeve van derden aan de onderneming onttrokken dan noodzakelijk voor een redelijk te achten bedrijfsvoering en evenmin is een verplichting tot een zodanige onttrekking aangegaan;
  • c.de verstrekking van het risicokapitaal dient niet ter vervanging van aan een ondernemer verschaft krediet of risicokapitaal door dezelfde financier of door een financier die deel uitmaakt van de groep van dezelfde financier;
  • d.de waarde van de lening die aan de ondernemer of, indien de ondernemer deel uitmaakt van een groep, aan de groep wordt verstrekt tezamen met de waarde van risicokapitaal dat door een andere financier met toepassing van titel 3.12 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies aan de ondernemer onderscheidenlijk de groep is verstrekt of gelijktijdig wordt verstrekt, bedraagt niet meer dan € 50.000.000;
  • e.bij of in verband met het verstrekken van de lening verstrekt de financier geen andere goederen dan geld;
  • f.de lening draagt zelfstandig bij aan het realiseren van een actief en winstgericht beleid van de financier;
  • g.de ondernemer verplicht zich aan een door de minister als toezichthouder in de zin van de Algemene wet bestuursrecht aangewezen persoon of aan een door de minister aangewezen deskundige derde, voor zover deze dit redelijkerwijs noodzakelijk acht voor de vervulling van zijn taak:
  • 1°.inlichtingen te verstrekken en inzage in zakelijke gegevens en bescheiden te verstrekken en de gelegenheid te bieden daarvan kopieën te maken;
  • 2°.toegang te verlenen tot plaatsen niet zijnde woningen;
  • 3°.anderszins binnen de door hem gestelde termijn alle door hem gewenste medewerking te verlenen;
  • h.het risicokapitaal dient niet voor de overname van een aandelenkapitaal of een converteerbare achtergestelde lening, behalve indien dit een concrete verbetering in het ondernemingsbeleid ten doel heeft;
  • i.het risicokapitaal dient niet ter vervanging van een bestaande lening, indien dit uitsluitend ten doel heeft betere financieringsvoorwaarden te verkrijgen.
  • j.het risicokapitaal heeft niet als doel de afwenteling van bestaande risico’s op de Staat;
  • k.het maximum bedrag dat door een financier kan worden verstrekt aan een ondernemer of aan een groep als bedoeld in onderdeel d, bedraagt € 25.000.000;
  • l.de minister, geadviseerd door een groep deskundige derden, heeft verklaard dat is voldaan aan de voorwaarden a tot en met k, indien de financiering waarvoor een garantie wordt aangevraagd meer bedraagt dan € 5 miljoen.

Artikel 4 Aanmelding en toetsing

  • 1.De financier stelt de Staat in kennis van een voorgenomen verstrekking van een lening met gebruikmaking van een formulier, overeenkomstig een model dat als bijlage bij deze overeenkomst is gevoegd, onder bijvoeging van een kopie van de ontwerp-leningsovereenkomst en van andere bescheiden als genoemd in het model.
  • 2.Indien de verstrekking van de lening naar het oordeel van de Staat voldoet aan de in artikel 3 bedoelde voorwaarden, geldt de garantstelling op grond van deze overeenkomst voor deze lening. De Staat bericht hierover de financier binnen drie weken na ontvangst van de aanmelding onder vermelding van de omvang en duur van de garantie. De minister kan in plaats van de provisie, genoemd in artikel 6, eerste lid, onderdelen a en b, een vergoeding vaststellen, indien naar het oordeel van de minister de provisie te laag is in relatie tot het risico dat de Staat loopt.
  • 3.De garantie wordt afgegeven onder de opschortende voorwaarde dat een dienovereenkomstige, door partijen gesloten overeenkomst aan de Staat wordt overgelegd en dat ook dan wordt voldaan aan de in artikel 3 bedoelde voorwaarden. De Staat bericht hierover de financier binnen 35 dagen na ontvangst van de gesloten overeenkomst onder vermelding van de omvang, duur en provisie of vergoeding van de garantie.

Artikel 5 Verplichtingen beheer

  • 1.De financier draagt er voor zorg dat een actief en winstgericht beleid wordt gevoerd voor het verstrekken, beheren en vervreemden van leningen, waarbij rekening wordt gehouden met het belang van de Staat als garantsteller.
  • 2.De financier draagt er voor zorg dat degenen die met het verstrekken, beheren of vervreemden van leningen zijn belast beschikken over de nodige deskundigheid.
  • 3.De financier staat er voor in dat degenen die zijn belast met het verstrekken, beheren of vervreemden van leningen en met de bepaling van en het toezicht op het beleid ter zake betrouwbaar zijn.
  • 4.De financier draagt zorg voor een integere bedrijfsvoering en neemt in dat verband de noodzakelijke maatregelen om onder meer strafbare handelingen, verstrengeling van tegenstrijdige belangen en afhankelijkheid van de financier van bepaalde vennoten, aandeelhouders of andere betrokkenen te voorkomen.
  • 5.De financier verleent alleen medewerking aan verstrekkingen van krediet door een ander dan de financier aan een onderneming waaraan de financier een gegarandeerde lening heeft verstrekt, indien een redelijk handelend en redelijk bekwaam beheerder deze medewerking zou hebben verleend in het kader van een actief en winstgericht beleid.
  • 6.De financier komt met een ondernemer aan wie een gegarandeerde lening is verstrekt slechts een wijziging van het aflossingsschema overeen na voorafgaande toestemming van de Staat, tenzij deze betrekking heeft op een versnelde aflossing of op een gehele of gedeeltelijke opschorting van de aflossingen gedurende ten hoogste vier aaneengesloten kwartalen die niet is voorafgegaan door een eerdere opschorting van de aflossingen.
  • 7.De Staat verleent de in het zesde lid bedoelde toestemming indien aannemelijk is dat:
  • a.de ondernemer niet in staat is te voldoen aan het bestaande aflossingsschema;
  • b.adequate maatregelen worden genomen ter verbetering van de liquiditeit van de onderneming en rekening houdend met het belang van rentabiliteit en continuïteit van de onderneming;
  • c.rekening is gehouden en wordt gehouden met het belang van de Staat als garantsteller, onder meer door een evenwichtige aanwending van de beschikbare middelen van de ondernemer voor de aflossing van bestaande leningen, met inachtneming van de achterstelling van de gegarandeerde lening.
  • 8.De Staat kan op verzoek van de financier besluiten om de afdracht van de provisie, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdelen a en b, op te schorten in het geval dat:
  • a.er voor de financier geen mogelijkheden meer zijn om de renteverplichtingen te incasseren bij de ondernemer, en
  • b.aannemelijk is dat rekening is gehouden en wordt gehouden met het belang van de Staat als garantsteller, onder meer door een evenwichtige aanwending van de beschikbare middelen van de ondernemer voor de verplichtingen van bestaande leningen, met inachtneming van de achterstelling van de gegarandeerde lening.
  • 9.De financier vervreemdt de lening slechts na voorafgaande toestemming van de Staat.
  • 10.De financier verleent slechts gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van verplichtingen voortvloeiende uit de leningovereenkomst, uit hoofde waarvan de gegarandeerde lening is verstrekt, na voorafgaande toestemming van de Staat. De Staat geeft toestemming indien de kwijtschelding noodzakelijk is voor de continuïteit van de onderneming waarvoor de lening is verstrekt en indien rekening is en wordt gehouden met het belang van de Staat als garantsteller, onder meer door een evenwichtige aanwending van de beschikbare middelen van de ondernemer voor de aflossing van bestaande leningen, met inachtneming van de achterstelling van de gegarandeerde lening.
  • 11.De financier brengt slechts wijzigingen aan in de leningovereenkomst van de lening na voorafgaande toestemming van de Staat. De Staat kan toestemming geven indien de wijziging noodzakelijk is voor de continuïteit van de onderneming waarvoor de lening is verstrekt en indien rekening is en wordt gehouden met het belang van de Staat als garantsteller, onder meer door een evenwichtige aanwending van de beschikbare middelen van de ondernemer voor de aflossing van bestaande leningen, met inachtneming van de achterstelling van de gegarandeerde lening.

Artikel 6 Financiële verplichtingen

  • 1.De financier is een provisie verschuldigd voor de garantie op leningen die overeenkomstig de procedure van artikel 4 onder de garantstelling zijn gebracht. De provisie bedraagt eenmalig 1 procent van de gegarandeerde waarde van dit risicokapitaal en jaarlijks:
  • a.3 procent van de gegarandeerde waarde van de lening indien deze bestaat uit een niet converteerbare achtergestelde lening zonder dat deze gepaard gaat met een kapitaalverstrekking aan dezelfde ondernemer door de financier of een andere financier die deel uitmaakt van dezelfde groep in de vorm van een converteerbare achtergestelde lening of aandelenkapitaal; of
  • b.3% van de gegarandeerde waarde van de lening in andere gevallen.
  • 2.Per kwartaal wordt een vierde deel van de in het eerste lid, onderdelen a en b bedoelde provisie in rekening gebracht, uitgaand van de waarde van de leningen op de eerste dag van het kwartaal.
  • 3.De in het eerste lid, onderdelen a en b bedoelde provisie is verschuldigd voor de duur van de garantie of zoveel korter als zich één van de in artikel 8, eerste lid, genoemde omstandigheden voordoet.
  • 4.De financier is op het tijdstip van de volledige aflossing van de lening een aanvullende provisie verschuldigd indien de op grond van het eerste lid, onderdelen a en b voor de totale looptijd van de lening verschuldigde provisie minder bedraagt dan het zesvoud van de provisie die met toepassing van het eerste lid, onderdelen a en b voor de helft van het geleende bedrag kan worden berekend, welke aanvullende provisie gelijk is aan het hiervoor bedoelde verschil.
  • 5.Indien de lening binnen een termijn van zes jaar wordt afgestoten om verlies op die lening in de zin van artikel 8, eerste lid, te beperken, kan de minister op verzoek van de financier de over de resterende termijn verschuldigde provisie kwijtschelden indien sprake is van klemmende redenen, gelegen in het belang van de onderneming van de ondernemer.

Artikel 7 Administratieve en informatieverstrekkingsverplichtingen

  • 1.De financier draagt er voor zorg dat een administratie wordt gevoerd die zodanig is ingericht, dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze gegevens kunnen worden afgelezen over de verstrekkingen, het beheer en de vervreemdingen van gegarandeerde leningen en van ander risicokapitaal dat hij aan dezelfde ondernemer heeft verstrekt.
  • 2.De financier informeert de Staat binnen acht weken nadat de desbetreffende gebeurtenis heeft plaatsgevonden schriftelijk over wezenlijke wijzigingen in het financieringsbeleid of de organisatie van de financier en over wijzigingen ten aanzien van gegarandeerde leningen, waaronder
  • a.een aflossing van een achtergestelde lening, tenzij deze aflossing overeenkomt met een aflossingsschema waarover de Staat eerder is geïnformeerd;
  • b.een wijziging van de looptijd van een achtergestelde lening.
  • 3.De financier verstrekt de Staat jaarlijks zijn jaarverslag.
  • 4.Desgevraagd verstrekt de financier de Staat gegevens en bescheiden over de verstrekkingen, het beheer en de vervreemdingen van gegarandeerde leningen en van ander risicokapitaal dat hij aan dezelfde ondernemer heeft verstrekt, en de jaarrekeningen van de ondernemingen waaraan risicokapitaal is verstrekt, vergezeld van desbetreffende accountantsverklaringen als bedoeld in artikel 393, vijfde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of een mededeling waarom deze ontbreekt, en van de bijbehorende toelichtingen voor het bestuur van de onderneming..
  • 5.De financier doet onverwijld mededeling aan de Staat van de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot verlening van surséance van betaling aan hem, een verzoek tot faillietverklaring van hem of een verzoek om ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing te verklaren.

Artikel 8 Reikwijdte garantie

  • 1.De financier kan een beroep doen op de garantie indien hij op een gegarandeerde lening verwacht verlies te lijden:
  • a.bij gehele of gedeeltelijke vervreemding van de lening;
  • b.door gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de lening door de financier;
  • c.door het onvermogen van de ondernemer om de lening af te lossen;
  • d.als gevolg van een faillietverklaring, een surséance van betaling of een van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen met betrekking tot de ondernemer waaraan de lening is verstrekt;
  • e.indien het risicokapitaal een achtergestelde lening betreft, bij een in kracht van gewijsde gegane homologatie van een akkoord na de faillietverklaring, na de verlening van surséance van betaling of na het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen met betrekking tot de ondernemer waaraan de lening is verstrekt;
  • f.indien de ondernemer een rechtspersoon is, bij ontbinding van de rechtspersoon;
  • g.bij wanbetaling onder de lening.
  • 2.De minister kan het beroep afwijzen of een korting toepassen op het gevraagde bedrag indien in de voorafgaande periode van twaalf maanden meer middelen aan de MKB-onderneming zijn onttrokken ten behoeve van derden dan noodzakelijk voor een redelijk te achten bedrijfsvoering, dan wel een verplichting tot een zodanige onttrekking is aangegaan, mits de financier hieraan op enigerlei wijze medewerking heeft verleend.
  • 3.Bij verlies ingevolge vervreemding van een lening geldt de garantie alleen indien de vervreemding:
  • a.niet eerder dan twee jaar na de verstrekking ervan heeft plaatsgevonden, tenzij de Staat desgevraagd met vervreemding binnen deze termijn heeft ingestemd;
  • b.gebeurt tegen een prijs die past in het voeren van een actief en winstgericht beleid;
  • c.voor zover de financier daarbij de lening geheel of voor een deel overdraagt aan één van zijn aandeelhouders, hoofdelijk aansprakelijke vennoten, bestuurders, beheerders of andere betrokkenen, gebeurt tegen een prijs die is gebaseerd op een taxatie van twee onafhankelijke deskundigen, dan wel gepaard gaat met vervreemding van ten minste een derde deel van de lening aan onafhankelijke derden.
  • 4.Bij verlies ingevolge gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van een lening geldt de garantie alleen indien de kwijtschelding noodzakelijk is voor de continuïteit van de onderneming waarvoor de lening is verstrekt en indien rekening is gehouden en wordt gehouden met het belang van de Staat als garantsteller, onder meer door een evenwichtige aanwending van de beschikbare middelen van de ondernemer voor de aflossing van bestaande leningen, met inachtneming van de achterstelling van de gegarandeerde lening.
  • 5.Als onvermogen van de ondernemer om de lening af te lossen, bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt aangemerkt de situatie waarin
  • a.de ondernemer niet in staat is te voldoen aan zijn betalingsverplichtingen;
  • b.aannemelijk is dat de ondernemer in de eerstvolgende jaren niet in staat zal zijn te voldoen aan zijn betalingsverplichtingen; en
  • c.aannemelijk is dat rekening is gehouden en wordt gehouden met het belang van de Staat als garantsteller, onder meer door een evenwichtige aanwending van de beschikbare middelen van de ondernemer voor de aflossing van bestaande leningen, met inachtneming van de achterstelling van de gegarandeerde lening.
  • 6.Verlies als gevolg van faillietverklaring, een verlening van surséance van betaling of een van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder d, wordt aanwezig geacht
  • a.voor zover aannemelijk is dat de financier bij het einde van het faillissement, van de surséance onderscheidenlijk van de toepassing van de schuldsaneringsregeling een verlies als bedoeld in het achtste lid zal leiden;
  • b.mits aannemelijk is dat rekening is gehouden met het belang van de Staat als garantsteller.
  • 7.De minister kan het beroep afwijzen of een korting toepassen op het gevraagde bedrag indien de financier tekort is geschoten bij de naleving van verplichtingen op grond van deze overeenkomst of indien de financier niet kan aantonen die maatregelen te hebben genomen die een redelijk handelend en redelijk bekwaam beheerder zou hebben genomen in het kader van een actief en winstgericht beleid.
  • 8.Het verlies wordt berekend op basis van de waarde van de lening of, indien het verlies slechts op een deel van de lening is geleden, het hiermee overeenkomende deel van die waarde, in een voorkomend geval verminderd met:
  • a.in geval van vervreemding: de prijs waarvoor die vervreemding heeft plaatsgevonden;
  • b.in geval van ontbinding: de liquidatie-uitkering; of
  • c.in geval van homologatie van een akkoord als bedoeld in het eerste lid, onder e, de in het kader van het akkoord voor de lening verrichte uitkering.
  • 9.Indien de financier meermalen gegarandeerde leningen aan een ondernemer heeft verstrekt en slechts op een deel daarvan verlies lijdt, wordt het verlies geacht te zijn geleden op de lening die de financier het eerst heeft verstrekt.
  • 10.Indien de financier aan een ondernemer leningen heeft verstrekt die slechts ten dele onder de garantstelling zijn gebracht en slechts op een deel daarvan verlies lijdt, wordt het verlies, onverminderd het zesde lid, naar rato toegerekend aan de leningen die onder de garantstelling zijn gebracht.
  • 11.Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel g, is sprake van wanbetaling wanneer een MKB-ondernemer een achterstand heeft van meer dan 90 kalenderdagen in de betaling van een verplichting onder de lening.

Artikel 9 Inroepen van garantie en toetsing

  • 1.De financier verzoekt de Staat binnen zes maanden nadat zich de in artikel 8, eerste lid, bedoelde situatie heeft voorgedaan om betaling op grond van de garantie met gebruikmaking van een formulier, overeenkomstig een model dat als bijlage bij deze overeenkomst is gevoegd, onder bijvoeging van een kopie van de vervreemdingsovereenkomst, de inschrijving in het register van de ontbinding van de rechtspersoon of van de in artikel 8, eerste lid, onderdeel e, bedoelde akkoorden en van andere bescheiden als genoemd in het model.
  • 2.Indien op grond van de feiten die door de financier aan de Staat zijn medegedeeld blijkt dat sprake is van een verlies als bedoeld in artikel 8, maakt de financier aanspraak op betaling van 50% van het geleden verlies, tenzij de financier in gebreke is gebleven bij de naleving van deze overeenkomst. De Staat bericht hierover de financier binnen dertien weken na ontvangst van het betalingsverzoek onder vermelding van het te betalen bedrag.

Artikel 10 Betalingen

Alle betalingen in verband met deze overeenkomst door de financier geschieden door overmaking van de betreffende bedragen naar rekeningnummer PM PMxxxxx bij de ---financier, ten name van RVO.nl, onder vermelding van het PM PM---nummer

Artikel 11 Terugvordering en navordering

  • 1.Reeds uitgekeerde bedragen zijn terstond en zonder enige ingebrekestelling opeisbaar zodra blijkt dat de financier zodanig onjuiste of onvolledige informatie heeft verschaft dat de Staat op een verzoek om betaling een andere beslissing zou hebben genomen, indien hem de juiste gegevens volledig waren verschaft.
  • 2.Indien vanwege een verlies als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel c, d of g, een uitkering op grond van de garantie heeft plaatsgevonden, is de financier verplicht 50% van de aflossingen die na de uitkering worden verricht, uit te betalen aan de Staat.
  • 3.Indien de financier na de uitkering op grond van de garantie nog opbrengsten ontvangt die de gegarandeerde lening toekomen, is de financier verplicht 50% van deze opbrengsten uit te betalen aan de Staat.

Artikel 11a Verplichting tot uitwinning van zekerheden

  • 1.Indien de financier de garantie inroept en door de Staat een uitkering is gedaan op grond van de garantie voordat alle ten gunste van de financier gevestigde zekerheden zijn uitgewonnen, is de financier gehouden deze zekerheden binnen vijf jaar na de uitkering uit te winnen, op dezelfde wijze als de financier zou hebben gedaan indien de gegarandeerde lening geheel voor eigen rekening en risico door de financier zou zijn verstrekt.
  • 2.Indien een verzoek om betaling als bedoeld in artikel 9, eerste lid, is ingediend op een moment waarop de uitwinning van de ten gunste van de financier gevestigde zekerheden nog niet is voltooid en ook niet aannemelijk is geworden dat geen opbrengsten meer zijn te verwachten die in mindering komen op de gegarandeerde lening, brengt de financier de minister ten minste jaarlijks verslag uit over de voortgang van de uitwinning.
  • 3.De minister kan over het verloop van de uitwinning binnen een door hem te stellen termijn nader gegevens van de financier verlangen.
  • 4.De financier zal, binnen drie maanden nadat alle ten gunste van de financier gevestigde zekerheden zijn uitgewonnen, aan de minister verslag uitbrengen en de definitieve afrekening ter goedkeuring aan de minister voorleggen.

Artikel 12 Opzegging en wijziging

  • 1.De Staat is gerechtigd deze overeenkomst schriftelijk op te zeggen indien
  • a.de financier tekort schiet bij de nakoming van één van zijn verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst;
  • b.ten aanzien van de financier een verzoek bij de rechtbank is ingediend tot verlening van surseance van betaling, een verzoek tot faillietverklaring of een verzoek tot van toepassing verklaring van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of een buitengerechtelijk akkoord aan crediteuren wordt aangeboden;
  • c.de financier, in geval deze rechtspersoonlijkheid heeft, is ontbonden;
  • d.de bepalingen in paragraaf 3.12 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies niet langer verenigbaar zijn met de regels van de Europese Gemeenschappen ten aanzien van staatssteun.
  • 2.Een opzegging op grond van het eerste lid, onder a, geschiedt uitsluitend nadat de Staat de financier op de hoogte heeft gesteld van het voornemen tot opzegging en nadat deze in de gelegenheid is gesteld om een tekortschieten dat hersteld kan worden te herstellen binnen een redelijke termijn.
  • 3.Een opzegging in verband met de in het eerste lid, onderdeel b of d, bedoelde omstandigheid heeft geen gevolgen voor de verplichtingen ten aanzien van verstrekkingen van risicokapitaal die voor het tijdstip van de opzegging onder de garantstelling zijn gebracht.
  • 4.De inwerkingtreding van een wijziging van het besluit, of van titel 3.12 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies leidt terzelfder tijd tot een gelijke wijziging van deze overeenkomst.
  • 5.Een wijziging als bedoeld in het vierde lid heeft geen gevolgen ten aanzien van verstrekkingen van leningen die voor het tijdstip van de wijziging onder de garantstelling zijn gebracht of voor leningen die zijn of zullen worden verstrekt uit hoofde van een overeenkomst die is aangegaan voor het tijdstip van inwerkingtreding van de wijziging.

Artikel 13 Geschillen

  • 1.Ieder geschil ten aanzien van deze overeenkomst zal bij uitsluiting worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter in het arrondissement Den Haag.
  • 2.Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.

Artikel 14 Adressering schriftelijke stukken

Schriftelijke stukken ter uitvoering van deze overeenkomst bestemd voor de onder

  • 1.gemelde partij worden gericht aanMinister van Economische Zaken en Klimaat,RVO.nl, RVO.nl, postbus 93144, 2509 AC Den Haag.

Schriftelijke stukken ter uitvoering van deze overeenkomst bestemd voor de onder

  • 2.gemelde partij worden gericht aan.....

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze overeenkomst treedt in werking door de ondertekening daarvan door de partijen.

....., ten deze vertegenwoordigd door

  • 1....
  • 2....

Deze overeenkomst is getekend op ..... te Den Haag

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.