Voor subsidie komen uitsluitend in aanmerking de volgende kosten die verbonden zijn met de uitvoering van een niet-economische of economische activiteit:
- a.de kosten, bedoeld in artikel 25, derde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, voor zover deze betrekking hebben op fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling;
- b.de kosten, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, voor zover deze betrekking hebben op een haalbaarheidsstudie;
- c.de kosten, bedoeld in artikel 29, derde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, voor zover deze betrekking hebben op proces- en organisatie-innovatie.