- 1
- De subsidie voor een project dat een investering als bedoeld in artikel 36 van de algemene groepsvrijstellingsverordening inhoudt, bedraagt 40% van de subsidiabele kosten.
- 2
- De subsidie voor een project dat een investering als bedoeld in artikel 38 ten behoeve van energie-efficiëntie van de algemene groepsvrijstellingsverordening inhoudt, bedraagt 30% van de subsidiabele kosten.
- 3
- De subsidie voor een project dat een investering ten behoeve van een circulaire economie als bedoeld in artikel 47 van de algemene groepsvrijstellingsverordening inhoudt, bedraagt 35% van de subsidiabele kosten.
- 4
- De subsidie voor een project dat een investering ten behoeve van een lokale infrastructuurvoorziening als bedoeld in artikel 56 van de algemene groepsvrijstellingsverordening inhoudt, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten, maar niet meer dan het verschil tussen de subsidiabele kosten en de exploitatiewinst van de investering.
- 5
- Het percentage, genoemd in het eerste tot en met vierde lid, wordt verhoogd met:
-
- a.10 procentpunten, indien de aanvrager een middelgrote onderneming is en de subsidiabele kosten worden gemaakt en betaald door de middelgrote onderneming; of
- b.20 procentpunten, indien de aanvrager een kleine onderneming is en de subsidiabele kosten worden gemaakt en betaald door de kleine onderneming.
- 6
- De subsidie bedraagt ten hoogste € 15.000.000.