Responsive image

Artikel 4a.2.9 Rangschikkingscriteria

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 4a.2.9 Rangschikkingscriteria

    1
  • De minister kent aan een cyberweerbaarheidsplan een hoger aantal punten toe, naarmate:
    • a.het cyberweerbaarheidsplan een grotere bijdrage levert aan het versterken van de cyberweerbaarheid van niet-vitale ondernemingen, waardoor maatschappelijke en economische schade kan worden beperkt;
    • b.het netwerk waarbinnen het cyberweerbaarheidsplan wordt uitgevoerd:
    • 1˚. in hogere mate aantoonbaar tot doel heeft en door de samenstelling van het netwerk geschikt is om de cyberweerbaarheid van niet-vitale ondernemingen duurzaam te versterken;
    • 2˚.een groter netwerk kan vormen waarbinnen ervaring en kennis over cyberweerbaarheid aanwezig is en wordt uitgewisseld;
    • c.het cyberweerbaarheidsplan innovatiever is, blijkende uit de mate waarin het cyberweerbaarheidsplan best practices of blauwdrukken oplevert, of de mate waarin het plan complementair is aan eerder uitgevoerde plannen.
    2
  • Het aantal punten bedraagt bij de onderdelen a en b van het eerste lid ten minste één en ten hoogste veertig punten, en bij onderdeel c van het eerste lid ten minste één en ten hoogste twintig punten.
    3
  • De minister rangschikt de aanvragen, waarop niet afwijzend is beslist, hoger, naarmate in totaal meer punten aan het cyberweerbaarheidsplan zijn toegekend.
    4
  • Geen subsidie wordt verleend voor een cyberweerbaarheidsplan dat lager is gerangschikt dan een soortgelijk cyberweerbaarheidsplan.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.