- 1
- De minister kent aan een project aan de hand van de volgende criteria een hoger aantal punten toe naarmate:
-
- a.er meer technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen van een bestaand product, proces, of dienst wordt verwacht;
- b.er meer economische waarde wordt gecreëerd voor de deelnemers in het MIT-R&D-samenwerkingsverband of de Nederlandse economie;
- c.de kwaliteit van de R&D samenwerking hoger is, ten minste blijkend uit de mate van complementariteit van de deelnemers, de capaciteiten van de deelnemers en de kwaliteit van de projectorganisatie;
- d.er meer positieve impact wordt gerealiseerd binnen een of meer van de programma’s, genoemd in bijlage 3.4.1.
- 2
- Het aantal punten gegeven voor het eerste lid, onderdeel d, wordt verminderd naarmate het project meer negatieve impact heeft op een of meer van de programma’s, genoemd in bijlage 3.4.1.
- 3
- De minister kent per onderdeel van het eerste lid ten hoogste 25 punten toe.
- 4
- De minister rangschikt de aanvragen waarop niet afwijzend is beslist hoger naarmate in totaal meer punten aan het project zijn toegekend.
- 5
- De minister verdeelt het subsidieplafond onder de aanvragen die het hoogste zijn gerangschikt.