De minister beslist afwijzend op een aanvraag:
- a.indien het vernieuwingsfasetraject geen experimentele ontwikkeling vormt;
- b.indien aannemelijk is dat de MKB-ondernemer de financiering waarvoor de aanvraag is ingediend zelf heeft of kan verkrijgen bij anderen;
- c.indien onvoldoende aannemelijk is dat de toekomstige investeerder aan de hand van het vernieuwingsfaseplan het plan heeft opgevat de MKB-ondernemer te financieren of de toekomstige investeerder daar naar verwachting niet toe in staat zal zijn;
- d.voor zover de begrote kosten van het vernieuwingsfasetraject hoger zijn dan € 350.000 of
- 1°.lager zijn dan € 142.000 indien de MKB-ondernemer een middelgrote onderneming in stand houdt, of
- 2°.lager zijn dan € 110.000 indien de MKB-ondernemer een kleine onderneming in stand houdt;
- e.indien onvoldoende vertrouwen bestaat dat de MKB-ondernemer een vernieuwingsfasetraject in uitvoeringstechnische zin zo zal kunnen voltooien dat hij financiering voor de fase na het vernieuwingsfasetraject zal kunnen verkrijgen van de toekomstige investeerder;
- f.indien onvoldoende vertrouwen bestaat dat de MKB-ondernemer de geldlening bedoeld in artikel 3.16.2, eerste lid, kan terugbetalen;
- g.indien voor het vernieuwingsfasetraject reeds door de minister subsidie is verstrekt;
- h.indien voor het vernieuwingsfasetraject een geldlening bij een financier kan worden aangevraagd;
- i.indien met de uitvoering van het vernieuwingsfasetraject is begonnen voor de datum van de aanvraag.