De werklozen die, eventueel met inachtneming van artikel 11, voldoen aan de voorwaarden voor het recht op verstrekkingen van de wettelijke regeling van de Verdragsluitende Partij ten laste waarvan de werkloosheidsuitkeringen komen, hebben, evenals hun gezinsleden, recht op verstrekkingen, wanneer zij op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Party wonen. In dit geval worden de verstrekkingen verleend door het orgaan van de woonplaats volgens de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling, alsof de betrokkene krachtens deze wettelijke regeling recht op die verstrekkingen had; deze verstrekkingen komen echter voor rekening van het bevoegde orgaan van eerstbedoelde Partij.