- 1
- Indien een werknemer of een daarmede gelijkgestelde, die verzekerd is krachtens de wettelijke regeling van een der Verdragsluitende Partijen, kinderen heeft die op het grondgebied van de andere Partij woonachtig zijn dan wel daar worden opgevoed, heeft hij, met inachtneming eventueel van de in het vorige artikel bedoelde samentelling van tijdvakken, voor deze kinderen recht op kinderbijslag overeenkomstig de wettelijke regeling van eerstbedoelde Verdragsluitende Partij, zelfs indien deze werknemer op het grondgebied van de andere Partij woont.
- 2
- Degenen, die in het genot zijn van een pensioen of rente, en di ekrachtens de wettelijke regeling van één der Verdragsluitende Partijen recht hebben op kinderbijslagen, hebben eveneens recht op deze bijslagen indien zij zelf of hun kinderen op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij wonen.
- 3
- Indien in de loop van eenzelfde tijdvak kinderbijslagen verschuldigd zijn voor eenzelfde kind ingevolge de wettelijke regelingen van beide landen, wordt de kinderbijslag verschuldigd ingevolge de wettelijke regeling van de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan het kind woonachtig is, dan wel wordt opgevoerd, zonder enige beperking uitbetaald; de kinderbijslag verschuldigd krachtens de wettelijke regeling van de andere Verdragsluitende Partij wordt slechts uitbetaald voor zover het bedrag van deze kinderbijslag hoger is dan het bedrag, verschuldigd krachtens de wettelijke regeling van eerstgenoemde Partij.