Indien de wettelijke regeling van één der Verdragsluitende Partijen met betrekking tot de vaststelling van de graad van ongeschiktheid in geval van een arbeidsongeval of beroepsziekte uitdrukkelijk of stilzwijgend bepaalt, dat arbeidsongevallen of beroepsziekten, welke zich op een vroeger tijdstip hebben voorgedaan, in aanmerking worden genomen, dan worden de arbeidsongevallen en broepsziekten welke zich op een vroeger tijdstip onder de wettelijke regeling van de andere Verdaagsluitende Partij hebben voorgedaan, eveneens in aanmerking genomen alsof zij zich onder de wettelijke regeling van eerstbedoelde Partij hebben voorgedaan.