Responsive image

Artikel 4.20 Verhouding tot andere overeenkomsten

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 4.20 Verhouding tot andere overeenkomsten

    1
  • Tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, worden eerdere overeenkomsten tussen de Unie of haar lidstaten, enerzijds, en Vietnam, anderzijds, niet vervangen of beëindigd door deze overeenkomst.
    2
  • Deze overeenkomst maakt deel uit van de algemene betrekkingen tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Vietnam, anderzijds, zoals bepaald in de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, en vormt een onderdeel van het gemeenschappelijke institutionele kader.
    3
  • Niets in deze overeenkomst mag zodanig worden uitgelegd dat een partij verplicht wordt te handelen op een wijze die in strijd is met haar verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie van 15 april 1994.
    4
  • Zodra deze overeenkomst in werking treedt, worden de in bijlage 6 (Lijst van investeringsbeschermingsovereenkomsten) genoemde overeenkomsten tussen de lidstaten van de Unie en Vietnam, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen, beëindigd en zijn zij niet langer van kracht; zij komen te vervallen en worden vervangen door deze overeenkomst (Noot 32): Tussen de partijen bestaat overeenstemming dat ook de vervalbepalingen die zijn opgenomen in de in bijlage 6 (Lijst van investeringsbeschermingsovereenkomsten) genoemde overeenkomsten, niet langer van kracht zijn.).
    5
  • In geval van voorlopige toepassing overeenkomstig artikel 4.13 (Inwerkingtreding), lid 4, wordt de toepassing van de bepalingen van de in bijlage 6 (Lijst van investeringsbeschermingsovereenkomsten) genoemde overeenkomsten, alsmede van de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen, opgeschort met ingang van de datum van voorlopige toepassing (Noot 33): Tussen de partijen bestaat overeenstemming dat ook de vervalbepalingen die zijn opgenomen in de in bijlage 6 (Lijst van investeringsbeschermingsovereenkomsten) genoemde overeenkomsten, worden opgeschort.). Wanneer de voorlopige toepassing van deze overeenkomst wordt beëindigd en deze overeenkomst niet in werking treedt, wordt de opschorting opgeheven en worden de in bijlage 6 (Lijst van investeringsbeschermingsovereenkomsten) genoemde overeenkomsten van kracht (Noot 34): Voor alle duidelijkheid: deze zin betekent niet dat overeenkomsten die overeenkomstig de bepalingen ervan nog niet in werking zijn getreden of werden opgezegd, van kracht worden.).
    6
  • Onverminderd de leden 4 en 5 kan op grond van een in bijlage 6 (Lijst van investeringsbeschermingsovereenkomsten) genoemde overeenkomst overeenkomstig de in die overeenkomst neergelegde voorschriften en procedures een vordering worden ingesteld op voorwaarde dat:
    • a.de vordering voortvloeit uit een vermeende schending van die overeenkomst die plaatsvond vóór de datum van opschorting van de toepassing van de overeenkomst overeenkomstig lid 5 of, wanneer de toepassing van de overeenkomst niet wordt opgeschort overeenkomstig lid 5, vóór de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst; en
    • b.niet meer dan drie jaar zijn verstreken vanaf de datum van opschorting van de toepassing van de overeenkomst overeenkomstig lid 5 of, wanneer de toepassing van de overeenkomst niet wordt opgeschort overeenkomstig lid 5, vanaf de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst tot de datum van instelling van de vordering.
    7
  • Onverminderd de leden 4 en 5 kan, wanneer de voorlopige toepassing van de onderhavige overeenkomst wordt beëindigd en de onderhavige overeenkomst niet in werking treedt, op grond van de onderhavige overeenkomst overeenkomstig de in de onderhavige overeenkomst neergelegde voorschriften en procedures een vordering worden ingesteld op voorwaarde dat:
    • a.de vordering voortvloeit uit een vermeende schending van de onderhavige overeenkomst die plaatsvond gedurende de periode van voorlopige toepassing van de onderhavige overeenkomst; en
    • b.niet meer dan drie jaar zijn verstreken sinds de datum van beëindiging van de voorlopige toepassing tot de datum van instelling van de vordering.
    8
  • Voor alle duidelijkheid: er kan geen vordering op grond van de onderhavige overeenkomst en overeenkomstig de daarin neergelegde voorschriften en procedures worden ingesteld wanneer de vordering voortvloeit uit een vermeende schending van de onderhavige overeenkomst die plaatsvond vóór de datum van inwerkingtreding van de onderhavige overeenkomst of, wanneer de onderhavige overeenkomst voorlopig wordt toegepast, vóór de datum van voorlopige toepassing.
    9
  • De definitie van „inwerkingtreding van deze overeenkomst” in artikel 4.13 (Inwerkingtreding), lid 7, geldt niet voor de toepassing van het onderhavige artikel.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.