- 1
- Onverminderd de bevoegdheid van het Gerecht om vóór de behandeling ten principale andere excepties te onderzoeken, zoals de exceptie dat het Gerecht niet bevoegd is ter zake van het geschil of een accessoire vordering dan wel om andere redenen daarvan geen kennis kan nemen, en onverminderd het recht van de verweerder om op elk gepast tijdstip andere excepties op te werpen, doet het Gerecht vóór de behandeling ten principale uitspraak op elke door de verweerder opgeworpen exceptie dat ten aanzien van een krachtens deze afdeling ingestelde vordering, of onderdeel daarvan, rechtens geen voor de eiser gunstige uitspraak kan worden gedaan overeenkomstig artikel 3.53 (Voorlopige uitspraak), ook indien de vermeende feiten geacht worden juist te zijn. Het Gerecht kan ook andere relevante, niet in geschil zijnde feiten in aanmerking nemen.
- 2
- Een exceptie in de zin van lid 1 wordt zo snel mogelijk na de samenstelling van de formatie van het Gerecht bij het Gerecht opgeworpen, en in ieder geval niet later dan de door het Gerecht vastgestelde datum waarop de verweerder zijn contramemorie of verweerschrift moet indienen dan wel, in geval van een wijziging van de vordering, de door het Gerecht vastgestelde datum waarop de verweerder zijn antwoord op de wijziging moet indienen. Een dergelijke exceptie kan niet worden opgeworpen zolang de procedure uit hoofde van artikel 3.44 (Preliminaire excepties) aanhangig is, tenzij het Gerecht toestemming verleent een exceptie krachtens het onderhavige artikel op te werpen, na terdege rekening te hebben gehouden met de omstandigheden van het geval.
- 3
- Na ontvangst van een exceptie in de zin van lid 1 en tenzij het van oordeel is dat de exceptie kennelijk ongegrond is, schorst het Gerecht de procedure ten gronde, stelt het een tijdschema voor het onderzoek van de exceptie op dat is afgestemd op de tijdschema's die het voor het onderzoek van eventuele andere preliminaire kwesties heeft opgesteld, en neemt het een beslissing over of doet het voorlopig uitspraak op de exceptie, met opgave van de redenen.