Responsive image

Artikel 3.40 Gedragscode

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 3.40 Gedragscode

    1
  • De leden van het Gerecht en van de Beroepsinstantie worden gekozen uit personen die alle waarborgen voor onafhankelijkheid bieden. Zij zijn niet verbonden aan enige overheid (Noot 26): Voor alle duidelijkheid: het feit dat een persoon van een overheid een inkomen ontvangt, vroeger voor de overheid werkte of familiebanden heeft met een persoon die van een overheid een inkomen ontvangt, betekent op zichzelf niet dat hij niet als lid van het Gerecht of de Beroepsinstantie in aanmerking komt.). Zij nemen geen instructies van enige overheid of enige organisatie aan met betrekking tot het voorwerp van het geschil. Zij nemen niet deel aan de behandeling van geschillen die rechtstreeks of onrechtstreeks tot een belangenconflict zouden kunnen leiden. Daarbij voldoen zij aan de voorschriften van bijlage 11 (Gedragscode voor leden van Gerecht, leden van Beroepsinstantie en bemiddelaars). Daarnaast treden zij na hun aanwijzing niet op als raadsman of als door een partij bij het geschil aangewezen deskundige of getuige in het kader van lopende of nieuwe investeringsbeschermingsgeschillen uit hoofde van deze of enige andere overeenkomst of interne wet- en regelgeving.
    2
  • Wanneer een partij bij het geschil van mening is dat een lid in een belangenconflict verkeert, zendt zij de president van het Gerecht of de president van de Beroepsinstantie, naar gelang van het geval, een bericht van wraking van dat lid. Een dergelijk bericht van wraking wordt verzonden binnen vijftien dagen na de datum waarop de samenstelling van de formatie van het Gerecht of van de Beroepsinstantie is meegedeeld aan de partij bij het geschil, dan wel binnen vijftien dagen na de datum waarop de partij bij het geschil kennis heeft gekregen van de relevante feiten, indien die redelijkerwijs niet bekend konden zijn geweest op het tijdstip van de samenstelling van de formatie. In het bericht van wraking worden de gronden voor wraking vermeld.
    3
  • Indien het gewraakte lid er binnen vijftien dagen na de datum van het bericht van wraking voor kiest zijn functie in de formatie niet neer te leggen, neemt de president van het Gerecht of de president van de Beroepsinstantie, naar gelang van het geval, na de partijen bij het geschil te hebben gehoord en na dat lid in de gelegenheid te hebben gesteld opmerkingen in te dienen, binnen vijfenveertig dagen na ontvangst van het bericht van wraking een beslissing en stelt hij de partijen bij het geschil en de andere leden van de formatie daarvan onverwijld in kennis.
    4
  • Over de wraking van de president van het Gerecht als lid van een formatie beslist de president van de Beroepsinstantie, en omgekeerd.
    5
  • De partijen bij de overeenkomst kunnen op grond van een met redenen omklede aanbeveling van de president van de Beroepsinstantie of op gezamenlijk initiatief, bij besluit van het Comité, een lid van het Gerecht of van de Beroepsinstantie van zijn mandaat ontheffen wanneer zijn of haar gedrag in strijd is met de in lid 1 bedoelde verplichtingen en onverenigbaar is met de voortzetting van het mandaat van lid van het Gerecht of van de Beroepsinstantie. Indien de president van de Beroepsinstantie een dergelijk gedrag wordt verweten, doet de president van het Gerecht de met redenen omklede aanbeveling. Artikel 3.38 (Gerecht), lid 2, en artikel 3.39 (Beroepsinstantie), lid 3, zijn van overeenkomstige toepassing voor het opvullen van vacatures die op grond van het onderhavige lid ontstaan.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.