- 1
- Na de inleiding van de bemiddelingsprocedure streven de partijen ernaar om uiterlijk vijftien dagen na de datum van ontvangst van het in artikel 3 (Inleiding van bemiddelingsprocedure), lid 2, van deze bijlage bedoelde antwoord op het verzoek overeenstemming over een bemiddelaar te bereiken.
- 2
- Indien de partijen binnen de in lid 1 vastgestelde termijn geen overeenstemming kunnen bereiken over een bemiddelaar, kan elk van de partijen de voorzitter van het Comité, of zijn vertegenwoordiger, verzoeken de bemiddelaar door middel van loting te selecteren uit de overeenkomstig artikel 3.23 (Lijst van arbiters) opgestelde lijst. De vertegenwoordigers van de partijen worden tijdig uitgenodigd om bij de loting aanwezig te zijn. In elk geval vindt de loting plaats in tegenwoordigheid van de partij of de partijen die daarbij aanwezig is/zijn.
- 3
- De voorzitter van het Comité of diens vertegenwoordiger wijst binnen vijf werkdagen na het in lid 2 bedoelde antwoord van een partij de bemiddelaar aan.
- 4
- Indien de in artikel 3.23 (Lijst van arbiters) bedoelde lijst op het tijdstip van indiening van een verzoek als bedoeld in artikel 3 (Inleiding van bemiddelingsprocedure) van deze bijlage niet is opgesteld, wordt de bemiddelaar door middel van loting geselecteerd uit de personen die door een van de partijen of door beide partijen formeel zijn voorgedragen.
- 5
- Een bemiddelaar mag geen onderdaan van een van de partijen zijn, tenzij de partijen anders overeenkomen.
- 6
- De bemiddelaar is de partijen op onpartijdige en transparante wijze behulpzaam bij het scheppen van duidelijkheid over de maatregel en de mogelijke gevolgen ervan voor investeringen, en bij het bereiken van een onderling overeengekomen oplossing. Bijlage 8 (Gedragscode voor arbiters en bemiddelaars) is mutatis mutandis van toepassing op bemiddelaars. De punten 3 tot en met 7 (Kennisgevingen) en 44 tot en met 48 (Vertaling en vertolking) van bijlage 7 (Reglement van orde) zijn mutatis mutandis van toepassing.