Responsive image

Artikel 3.59 Voeging

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 3.59 Voeging

    1
  • Wanneer in twee of meer op grond van deze afdeling ingestelde vorderingen dezelfde rechtsvraag of feitelijke vraag aan de orde is en die vorderingen uit dezelfde gebeurtenissen of omstandigheden voortvloeien, kan de verweerder bij de president van het Gerecht een verzoek om voeging van die vorderingen of bepaalde onderdelen daarvan indienen. Het verzoek om voeging vermeldt:
    • a.de naam en het adres van de partijen bij het geschil die de vorderingen hebben ingesteld in het kader waarvan om voeging wordt verzocht;
    • b.de vorderingen of onderdelen daarvan waarvoor om voeging wordt verzocht; en
    • c.de gronden voor het verzoek om voeging.
  • De verweerder doet het verzoek toekomen aan elke eiser die een vordering heeft ingesteld waarvoor de verweerder om voeging verzoekt.
    2
  • Wanneer alle partijen bij het geschil die de vorderingen hebben ingesteld waarvoor om voeging wordt verzocht, overeenstemming bereiken over de voeging van de vorderingen, dienen zij een gezamenlijk verzoek bij de president van het Gerecht in overeenkomstig lid 1. De president van het Gerecht stelt na ontvangst van dit gezamenlijke verzoek overeenkomstig artikel 3.38 (Gerecht) een nieuwe formatie van het Gerecht samen (hierna de „formatie die uitspraak over de voeging doet” genoemd), die bevoegd is om kennis te nemen van alle of een deel van de vorderingen die het voorwerp van het gezamenlijke verzoek om voeging zijn.
    3
  • Wanneer de in lid 2 bedoelde partijen bij het geschil niet binnen dertig dagen nadat de laatste eiser het in lid 1 bedoelde verzoek om voeging heeft ontvangen, overeenstemming over de voeging bereiken, stelt de president van het Gerecht overeenkomstig artikel 3.38 (Gerecht) een formatie samen die uitspraak over de voeging doet. De formatie die uitspraak over de voeging doet verklaart zich bevoegd om kennis te nemen van alle of een deel van de vorderingen wanneer zij, na beoordeling van de standpunten van de partijen bij het geschil, beslist dat het belang van een eerlijke en doeltreffende afhandeling van de vorderingen, mede met het oog op de consistentie van de uitspraken, met de voeging zo goed mogelijk wordt gediend.
    4
  • De procedure bij de formatie die uitspraak over de voeging doet verloopt overeenkomstig de geschillenbeslechtingsregels die de eisers in onderlinge overeenstemming hebben gekozen uit de regels als bedoeld in artikel 3.33 (Instelling van vordering), lid 2.
    5
  • Wanneer de eisers niet binnen dertig dagen nadat de laatste eiser het verzoek om voeging heeft ontvangen, overeenstemming over de geschillenbeslechtingsregels bereiken, verloopt de procedure bij de formatie die uitspraak over de voeging doet overeenkomstig de arbitragevoorschriften van Uncitral.
    6
  • De op grond van artikel 3.38 (Gerecht) samengestelde formaties van het Gerecht zijn niet langer bevoegd uitspraak te doen over vorderingen, of onderdelen daarvan, ten aanzien waarvan de formatie die uitspraak over de voeging doet bevoegd is, en de procedure bij deze formaties wordt geschorst of opgeschort, naar gelang van het geval. De uitspraak van de formatie die uitspraak over de voeging doet, over de onderdelen van de vorderingen ten aanzien waarvan zij zich bevoegd heeft verklaard, is voor de formaties die bevoegd zijn ten aanzien van de overige onderdelen van die vorderingen bindend vanaf de dag waarop de uitspraak overeenkomstig artikel 3.55 (Definitieve uitspraak) definitief wordt.
    7
  • Een eiser kan het in het kader van een voegingsprocedure behandelde vordering, of onderdeel daarvan, onttrekken aan de geschillenbeslechting krachtens het onderhavige artikel en hij mag deze vordering, of onderdeel daarvan, daarna niet opnieuw instellen overeenkomstig artikel 3.33 (Instelling van vordering).
    8
  • Op verzoek van de verweerder kan de formatie die uitspraak over de voeging doet, op dezelfde grondslag en met hetzelfde gevolg als bedoeld in de leden 3 en 6, bepalen of zij zich bevoegd verklaart om kennis te nemen van een onder lid 1 vallende vordering, of onderdeel daarvan, die wordt ingesteld na de inleiding van de voegingsprocedure.
    9
  • Op verzoek van een van de eisers kan de formatie die uitspraak over de voeging doet, passende maatregelen nemen om het vertrouwelijke karakter van beschermde informatie van deze eiser ten opzichte van andere eisers te waarborgen. Die maatregelen kunnen onder meer inhouden dat bewerkte versies van documenten die beschermde informatie bevatten, worden overgelegd aan de andere eisers of dat de zitting gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvindt.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.