Behalve voor zover anders bepaald in deze overeenkomst of in overeenstemming met artikel XI van de GATT 1994 en de aantekeningen daarop, mag geen van beide partijen verboden of beperkingen vaststellen of handhaven op de invoer van een goed uit de andere partij of de uitvoer of verkoop ten uitvoer van een goed dat voor het grondgebied van de andere partij is bestemd. Hiertoe worden artikel XI van de GATT 1994 en de aantekeningen daarop in deze overeenkomst opgenomen (Noot 5): De partijen erkennen dat artikel 158 van hoofdstuk 6 (Uitzonderingen met betrekking tot goederen) van titel II eveneens op dit artikel van toepassing is.).