De partijen komen overeen dat voor de berekening van de beschermingstermijn van auteursrechten de regels zoals vastgesteld in de artikelen 7 en 7 bis van de Berner Conventie gelden voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst, met dien verstande dat de minimumduur van de in artikel 7, leden 1 tot en met 4, van de Berner Conventie vastgestelde beschermingstermijnen zeventig jaar bedraagt.