De rechterlijke autoriteiten hebben de bevoegdheid om, op aanvraag van een partij die redelijkerwijs beschikbaar bewijsmateriaal heeft overgelegd tot staving van haar bewering dat er inbreuk op haar intellectuele-eigendomsrecht is gemaakt of zal worden gemaakt, onmiddellijk afdoende voorlopige maatregelen te gelasten teneinde relevant bewijsmateriaal in verband met de vermeende inbreuk te bewaren, mits vertrouwelijke informatie wordt beschermd. Deze maatregelen kunnen de gedetailleerde beschrijving, met of zonder monsterneming, dan wel de fysieke inbeslagneming van de inbreukmakende goederen en, in voorkomende gevallen, de materialen en werktuigen die bij de productie en/of distributie van deze goederen en de daarop betrekking hebbende documenten zijn gebruikt, omvatten. Die maatregelen kunnen zo nodig worden genomen zonder dat de andere partij wordt gehoord, met name wanneer het waarschijnlijk is dat uitstel de rechthebbende onherstelbare schade zal berokkenen, of indien er een aantoonbaar gevaar bestaat dat bewijsmateriaal wordt vernietigd.