Wanneer tussen aanbieders van telecommunicatienetwerken of -diensten een geschil ontstaat in verband met uit de artikelen 188 en 189 voortvloeiende rechten en verplichtingen, neemt de betrokken nationale regelgevende autoriteit of een andere relevante autoriteit op verzoek van een van de aanbieders en overeenkomstig de in de respectieve wetgeving vastgestelde procedures, een bindend besluit om het geschil zo spoedig mogelijk op te lossen.