De partijen leven de volgende bepalingen na:
- a.het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties (Rome, 1961) (hierna „het Verdrag van Rome” genoemd);
- b.de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst (1886, laatstelijk gewijzigd in 1979) (hierna „de Berner Conventie” genoemd);
- c.het Verdrag inzake auteursrechten van de Wereldorganisatie voor intellectuele eigendom (Genève, 1996) (hierna „het WCT” genoemd); en
- d.het Verdrag van de Wereldorganisatie inzake uitvoeringen en fonogrammen (Genève, 1996) (hierna „het WPPT” genoemd).