- 1
- Tenzij anders bepaald in dit Verdrag, worden uitkeringen uit hoofde van de in artikel 2 beschreven wetgeving van de ene Verdragsluitende Partij niet verlaagd, gewijzigd, opgeschort of ingetrokken op grond van het feit dat de ontvanger of het kind woont of verblijft op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij en deze uitkeringen worden betaald op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij.
- 2
- Tenzij anders bepaald in dit Verdrag, worden uitkeringen die uit hoofde van dit Verdrag door een Verdragsluitende Partij verschuldigd zijn aan een persoon die zich op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij bevindt betaald aan die persoon wanneer die persoon of het kind zich op het grondgebied van een derde staat bevindt onder dezelfde voorwaarden en in dezelfde mate als aan onderdanen van de eerstgenoemde Verdragsluitende Partij die wonen of verblijven in die derde staat.