- 1
- Voor de toepassing van artikel 28 van het Verdrag identificeert het bevoegde orgaan van een Verdragsluitende Partij de aanvrager op grond van een deugdelijk identiteitsbewijs.
- 2
- Deugdelijke identiteitsbewijzen omvatten een geldig paspoort of een ander geldig identiteitsbewijs afgegeven door de desbetreffende autoriteiten van het land waar de betrokkene woont.
- 3
- Het bevoegde orgaan van de ene Verdragsluitende Partij stelt het bevoegde orgaan van de andere Verdragsluitende Partij door toezending van een afschrift van het identiteitsdocument ervan in kennis dat de identiteit van de aanvrager naar behoren is geverifieerd.