- 1
- De uitzetting van de vreemdeling blijft, in afwijking van artikel 73, tweede lid, van de Wet achterwege, indien het betreft een vreemdeling, die:
-
- a.onderdaan is van een land dat partij is bij het Europees Vestigingsverdrag;
- b.onmiddellijk voorafgaande aan het tijdstip waarop het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e, dan wel l, van de Wet is geëindigd, gedurende twee aaneengesloten jaren dit rechtmatig verblijf heeft gehad;
- c.zijn hoofdverblijf niet buiten Nederland heeft gevestigd, en
- d.tijdig bezwaar heeft gemaakt dan wel administratief beroep heeft ingesteld tegen een beschikking waarbij het rechtmatig verblijf is beëindigd.
- 2
- Het eerste lid blijft buiten toepassing, indien de uitzetting van de vreemdeling wegens dwingende redenen van nationale veiligheid gerechtvaardigd is.