Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de erkenning als referent, de schorsing en de intrekking van die erkenning en de indiening en behandeling van de aanvraag. Daarbij worden in ieder geval nadere regels gesteld omtrent:
- a.de continuïteit en solvabiliteit van de aanvrager, en
- b.de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke antecedenten, die bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van de aanvrager worden betrokken.