- 1
- Naast het plaatsen van de in artikel 11 en bijlage IV van de Schengengrenscode bedoelde inreis- en uitreisstempel, kunnen ambtenaren belast met de grensbewaking, op grond van artikel 52, eerste lid, van de Wet, in het reis- of identiteitspapier van de vreemdeling aantekeningen stellen omtrent:
-
- a.inreis in Nederland;
- b.het doel en de duur van het voorgenomen verblijf in Nederland;
- c.de middelen waarover de vreemdeling met het oog op de toegang tot Nederland beschikt of kan beschikken;
- d.aanmelding bij de korpschef;
- e.de toepassing van artikel 2.4;
- f.het weigeren van toegang tot Nederland;
- g.vertrek of uitzetting uit Nederland, of
- h.uitreis uit Nederland.
- 2
- Elke doorhaling of vervallenverklaring van een in een reis- of identiteitspapier van een vreemdeling gestelde aantekening, wordt door de ambtenaar die de doorhaling of vervallenverklaring verricht, gedateerd en van diens paraaf voorzien.