Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent deze paragraaf. Daarbij kan in ieder geval:
- a.worden voorzien in nadere concretisering van de zorgplichten, bedoeld in artikel 1.16;
- b.worden bepaald in welke gevallen de referent rechtspersoonlijkheid moet hebben, en
- c.worden voorzien in nadere regels omtrent de beëindiging van het referentschap.