Responsive image

Artikel 2.3

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 2.3

    1
  • Onverminderd de overige terzake bij de Wet gestelde vereisten, wordt toegang tot Nederland niet geweigerd op grond van artikel 3, eerste lid, onder a, van de Wet, indien de vreemdeling in het bezit is van:
    • a.een geldig document voor grensoverschrijding dat is voorzien van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf, indien hij zich naar Nederland begeeft voor een verblijf aldaar van langer dan 90 dagen, of
    • b.een door Onze Minister afgegeven verklaring die aan hem recht geeft op terugkeer naar Nederland.
    2
  • Een afzonderlijke geldige machtiging tot voorlopig verblijf wordt gelijkgesteld met een geldig document voor grensoverschrijding, indien de vreemdeling tevens in het bezit is van het in deze machtiging vermelde document.
    3
  • In afwijking van het eerste lid wordt toegang niet geweigerd indien de vreemdeling zich naar Nederland begeeft voor een verblijf van langer dan 90 dagen en hij in het bezit is van een geldig document voor grensoverschrijding waarin de benodigde machtiging tot voorlopig verblijf ontbreekt, mits de vreemdeling:
    • a.de nationaliteit bezit van één van bij ministeriële regeling aan te wijzen staten, of
    • b.behoort tot een bij ministeriële regeling aan te wijzen categorie.
    4
  • Bij ministeriële regeling kan, ter uitvoering van een verdrag, dan wel een besluit van een volkenrechtelijke organisatie, van het eerste lid worden afgeweken ten gunste van vreemdelingen ten aanzien van het bezit van een document voor grensoverschrijding.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.