Met betrekking tot het zevende lid van artikel 26 (Beperkingen van Voordelen).
Het is wel te verstaan dat een lichaam dat inwoner van een van de Staten is, de voordelen van de Overeenkomst zullen worden toegekend op grond van het zevende lid van artikel 26 (Beperkingen van Voordelen) ten aanzien van inkomen dat verkregen is uit de andere Staat, indien zulk een lichaam:
- 1.aandelen en waardepapieren houdt waarvan het inkomen niet hoofdzakelijk uit bronnen in de andere Staat afkomstig is;
- 2.een groot aantal deelnemers heeft; en
- 3.in zijn staat van vestiging een aanzienlijk aantal personeelsleden heeft die zich actief bezig houden met het handelen in aandelen en waardepapieren die eigendom van het lichaam zijn.
Het is voorts wel te verstaan dat het zevende lid van artikel 26 (Beperkingen van Voordelen) niet van toepassing is indien aan een van de bovenstaande vereisten niet is voldaan.