Het is wel te verstaan dat het achtste lid van artikel 14 niet van toepassing is op vervreemding van eigendommen van een inwoner van een van de Staten, indien de belasting die anders bij zulk een vervreemding door de andere Staat zou zijn geheven niet redelijkerwijs op een later tijdstip geheven of ingevorderd kan worden. Zo zou een buitenlandse rechtspersoon die ingevolge de nationale wetgeving van de Verenigde Staten aangemerkt wordt als een „United States real property holding corporation" onder sommige omstandigheden worden belast indien deze in het kader van een reorganisatie activa overbrengt naar een rechtspersoon van de Verenigde Staten. In zulk een geval kan, uitsluitend indien de aandeelhouders van zulk een buitenlandse rechtspersoon in het kader van van een „closing agreement" instemmen met het verminderen van de waardegrondslag (indien en voorzover daar ruimte voor is) de belasting die anders zou zijn geheven over zulk een vervreemding redelijkerwijs worden geheven of ingevorderd op een later tijdstip.