Moeilijk te waarderen immateriële activa (par. 6.186 t/m 6.195)
In gevallen van overdracht of licensering van immateriële activa zoals omschreven in par. 6.189 van de OESO-richtlijnen, waarbij het voor de Belastingdienst moeilijk is de waarde in relatie tot de onderhavige transacties te beoordelen vanwege grote onzekerheden ten aanzien van de toekomstige waardeontwikkeling zal de Belastingdienst de daadwerkelijk met de betreffende immateriële activa gerealiseerde resultaten kunnen gebruiken bij de beoordeling van de zakelijkheid van de prijs op het moment dat de transactie zich heeft voorgedaan. Indien blijkt dat er grote afwijkingen zijn tussen de gerealiseerde resultaten en de verwachtingen en daaruit voortvloeiende prognoses die ten grondslag hebben gelegen aan de prijsbepaling op het moment van de transactie en deze afwijkingen niet zijn te verklaren vanuit feiten en omstandigheden die zich pas na de datum van de prijsbepaling hebben voorgedaan, kan de Belastingdienst de prijs zoals die is bepaald op het moment van de transactie met een verwijzing naar de daadwerkelijk gerealiseerde resultaten alsnog ter discussie stellen. Ik ben van mening dat een grote afwijking een afwijking is van meer dan 20% in vergelijking met de projecties die de basis vormden voor de oorspronkelijk vastgestelde prijs. Indien een dergelijke afwijking pas optreedt na een periode van vijf jaar nadat er voor het eerst met het immaterieel actief opbrengsten zijn gerealiseerd in transacties met ongelieerde partijen zullen de immateriële activa niet als ‘moeilijk te waarderen immateriële activa’ worden aangemerkt (conform par. 6.186 t/m 6.195 van de OESO-richtlijnen).