Onderdanen van elk der Hoge Verdragsluitende Partijen zijn niet onderworpen aan de bepalingen, voorkomende in de wetten of voorschriften betreffende bedrijfsongevallen en beroepsziekten van een der beide Staten, welke de rechten van vreemdelingen beperken of het vervallen van hun rechten verbinden uitsluitend aan het feit, dat zij in het andere land verblijf houden.