Degenen, die terzake van invaliditeit, ouderdom of overlijden een rente genieten krachtens de Luxemburgse wetten of krachtens de Nederlandse wetten en die hun verblijfplaats van het ene land naar het andere land overbrengen, behouden het genot van die uitkeringen en de bijslagen, zolang zij in een van die landen hun woonplaats hebben, onder dezelfde voorwaarden als wanneer zij niet van woonplaats waren veranderd.