- 1
- Ten behoeve van dit Verdrag wordt verstaan onder:
-
- a.„grondgebied": met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden, het grondgebied van het Koninkrijk in Europa; met betrekking tot de Republiek Ecuador het Ecuadoraans grondgebied;
- b.„wetgeving": de wetgeving genoemd in artikel 2;
- c.„bevoegde autoriteit": met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden, het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; met betrekking tot de Republiek Ecuador, de Directeur-generaal van het Ecuadoraans Instituut voor Sociale Zekerheid;
- d.„bevoegd orgaan": met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden ten aanzien van de in artikel 2, eerste lid, onder a, b en c genoemde takken van sociale zekerheid het „Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen" of enige andere instantie bevoegd tot het uitvoeren van taken die momenteel door dat orgaan uitgevoerd worden en ten aanzien van de in artikel 2, eerste lid, onder d, e en f genoemde takken van sociale zekerheid: de „Sociale Verzekeringsbank"; en voor wat betreft de wetgeving inzake de sociale bijstand: de instelling die door de bevoegde Nederlandse autoriteit wordt aangewezen; met betrekking tot de Republiek Ecuador is dit het Ecuadoraans Instituut voor Sociale Zekerheid;
- e.„uitvoeringsorgaan": elke organisatie die een rol speel bij de uitvoering van dit Verdrag, met inbegrip van onder meer de bevolkingsregisters, belastingdiensten, burgerlijke stand, arbeidsbureaus, scholen en andere onderwijsinstellingen, handelsautoriteiten, politie, het nationaal register, gevangeniswezen en immigratiediensten;
- f.„uitkering": elke uitkering ingevolge de in artikel 2 genoemde wetgeving;
- g.„uitkeringsgerechtigde": een persoon die een uitkering aanvraagt of daar recht op heeft;
- h.„gezinslid of rechthebbende": een persoon die als zodanig wordt omschreven of aangemerkt in de van toepassing zijnde wetgeving.
- 2
- Andere in dit Verdrag gebruikte termen of uitdrukkingen hebben de betekenis die daaraan in de van toepassing zijnde wetgeving wordt gegeven.