Responsive image

Artikel 32b

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 32b

    1
  • Een betaalinstelling of elektronischgeldinstelling geeft onverwijld schriftelijk aan de Nederlandsche Bank kennis van een wijziging in de ingevolge artikel 2:3b, tweede lid, van de wet respectievelijk ingevolge artikel 2:10b, tweede lid, van de wet verstrekte gegevens met betrekking tot:
    • a.de activiteiten die de betaaldienstverlener of de elektronischgeldinstelling voornemens is te verrichten;
    • b.het bedrijfsplan waarmee wordt aangetoond dat de betaaldienstverlener of de elektronischgeldinstelling in staat is gebruik te maken van passende en evenredige systemen, middelen en procedures om op een gezonde basis te opereren;
    • c.de identiteit van personen die, direct of indirect, gekwalificeerde deelnemingen als bedoeld in artikel 1 van de wet in de betaaldienstverlener of de elektronischgeldinstelling bezitten, alsmede de omvang van hun deelnemingen en het bewijs van hun geschiktheid;
    • d.indien van toepassing, de accountantsorganisatie of het auditkantoor, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdelen a en c, van de Wet toezicht accountantsorganisaties, belast met de wettelijke controle bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, van de richtlijn nr. 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad, en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PbEU L 157) van de jaarrekening van de betaaldienstverlener of de elektronischgeldinstelling;
    • e.gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank heeft geoordeeld dat wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:8 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid bepalen;
    • f.gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank heeft geoordeeld dat wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:9 van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;
    • g.het voorgenomen beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, van de wet;
    • h.de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening, bedoeld in artikel 3:17, eerste en tweede lid, van de wet;
    • i.de wijze waarop wordt voldaan aan het ingevolge artikel 3:29a van de wet bepaalde met betrekking tot de geldmiddelen die worden of zijn ontvangen van betaaldienstgebruikers of betaaldienstverleners en met betrekking tot de geldmiddelen die worden of zijn ontvangen in ruil voor elektronisch geld dat is uitgegeven; en
    • j.het eigen vermogen, bedoeld in artikel 3:53, eerste lid, van de wet.
    2
  • Bij de toepassing van het eerste lid, onderdelen h en i, geeft de betaalinstelling een beschrijving van de wijzigingen in de regelingen voor accountantscontrole en de organisatorische regelingen die hij heeft getroffen voor het nemen van alle redelijke maatregelen om de belangen van zijn gebruikers te beschermen en om de continuïteit en betrouwbaarheid bij het uitvoeren van betaaldiensten te garanderen.
    3
  • Het eerste lid, onderdeel f, is niet van toepassing indien de wijziging een persoon betreft wiens betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld, tenzij de Nederlandsche Bank besluit dat een redelijke aanleiding bestaat tot een nieuwe beoordeling als bedoeld in artikel 3:9, tweede lid, van de wet.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.