De inrichting van de bedrijfsvoering van een verzekeraar als bedoeld in artikel 26.5, eerste lid, of van een verzekeraar dan wel holding als bedoeld in artikel 26.6, eerste lid, waarborgt dat elke maatregel bedoeld in artikel 26.5, vierde lid, onderdeel a, zonder wezenlijke belemmeringen ten uitvoer kan worden gelegd, in ieder geval met betrekking tot:
- a.aanpassingen in het risicoprofiel van de verzekeraar;
- b.de mogelijkheden tot tijdige herkapitalisatie;
- c.aanpassingen in de strategie en bedrijfsvoering; en
- d.de financieringsstrategie, teneinde de weerbaarheid van de bedrijfsonderdelen te waarborgen.