De liquiditeit van een bank als bedoeld in artikel 3:63, eerste lid, 3:64 of 3:65 van de wet is voldoende, indien wordt voldaan aan de liquiditeitsvereisten ingevolge deel 6 van de verordening kapitaalvereisten, dat van overeenkomstige toepassing is op de activiteiten vanuit een bijkantoor in Nederland van een bank met zetel in een staat die geen lidstaat is.