Voortgezette pensioenopbouw bij beëindiging van de dienstbetrekking in WIA-wachttijd
Er doen zich situaties voor waarin de dienstbetrekking wordt beëindigd tijdens de WIA-wachttijd van 104 weken. Door de toename van het aantal tijdelijke arbeidsovereenkomsten komt dit steeds vaker voor.
In dat soort situaties, waarin de dienstbetrekking wordt beëindigd vanwege het bereiken van de contractuele einddatum van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, is er geen sprake van onvrijwillig ontslag. Aangezien er geen sprake is van een combinatie van onvrijwillig ontslag met een loongerelateerde uitkering, is (premievrij) voortgezette pensioenopbouw dan alleen mogelijk met inachtneming van de voorwaarden van onderdeel 2.3. van dit besluit.
In de praktijk wordt in pensioenregelingen voor de voortgezette pensioenopbouw na arbeidsongeschiktheid vaak geen rekening gehouden met het feit dat er bij het beëindigen van de dienstbetrekking vanwege het bereiken van de einddatum van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in de WIA-wachttijd geen sprake is van onvrijwillig ontslag en/of de voorwaarden van onderdeel 2.3. van dit besluit. Hierdoor voldoen deze pensioenregelingen niet aan het fiscale kader.
Aanwijzing
Met toepassing van artikel 19d Wet LB wijs ik onder de volgende voorwaarden de hiervoor bedoelde regelingen, aan als pensioenregeling.
Voorwaarden
- 1.Het betreft situaties van arbeidsongeschikte werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die vanwege het bereiken van de contractuele einddatum eindigt tijdens de WIA-wachttijd.
- 2.De arbeidsongeschikte werknemer ontvangt vanwege de arbeidsongeschiktheid na het eindigen van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering (bijvoorbeeld een uitkering ingevolge de Ziektewet of de WIA).
- 3.De voortgezette pensioenopbouw wordt beëindigd op het moment dat de voormalige werknemer geen inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering meer ontvangt.De voortgezette pensioenopbouw kan slechts plaatsvinden voor zover geen cumulatie plaatsvindt met opbouw in een pensioenregeling van een eventuele andere werkgever, de vorming van een oudedagsreserve als bedoeld in artikel 3.67 Wet IB 2001 of opbouw in een beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling.
- 4.De pensioenregeling voldoet voor het overige aan de eisen die de Wet LB daaraan stelt dan wel is ook voor het overige aangewezen als pensioenregeling in de zin van de Wet LB.