Voormalige werknemers kunnen de pensioenopbouw na onvrijwillig ontslag voortzetten zolang zij een inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering ontvangen. Ten overvloede merk ik hierbij op dat voortzetting van de pensioenopbouw alleen kan plaatsvinden voor zover dit in een pensioenregeling is opgenomen. Het pensioengevend loon voor voortzetting van de pensioenopbouw is in deze situatie gemaximeerd op het laatstverdiende loon (zie Kamerstukken II 1997/98, 26 020, nr. 3, blz. 30). Het is daarbij mogelijk om dat loon te indexeren met de loonindex, zoals de voormalige werkgever die toepast, dan wel met de loonindex in de bedrijfstak waarin de voormalige werknemer werkzaam was. Wettelijk is het fiscale loon (en niet het salaris) uitgangspunt voor het pensioengevend loon. Het ontmoet echter geen bezwaar als in aansluiting op de praktijk het loon in geld c.q. het privaatrechtelijk of publiekrechtelijk overeengekomen salaris uitgangspunt voor de indexatie is.
Voor nadere bepalingen omtrent het in aanmerking te nemen pensioengevend loon verwijs ik naar het bepaalde in onderdeel 2.3.1. van dit besluit.