Responsive image

1 Inleiding

Download de app voor meer functionaliteit.

1 Inleiding

Dit besluit is een actualisering van het besluit van 24 november 2017, nr. 2017-126948 (Stcrt. 2017-70301-n1). In onderdeel 2.3. zijn de voorwaarden voor vrijwillige voortzetting van pensioenopbouw tot 10 jaar na ontslag opgenomen. Onderdeel 2.3.1. gaat over de vrijwillige voortzetting van de pensioenopbouw na het beëindigen van de dienstbetrekking door een werknemer. Het nieuw toegevoegde onderdeel 2.3.2. heeft betrekking op de vrijwillige voortzetting van de pensioenopbouw door een IB-ondernemer of resultaatgenieter na het beëindigen van de arbeidsverhouding op grond waarvan werd deelgenomen aan een bedrijfstak- of beroepspensioenregeling als bedoeld in artikel 1.7, tweede lid, onderdeel b, Wet IB 2001. In een nieuw onderdeel 3.5. is een goedkeuring opgenomen met betrekking tot het pensioengevend inkomen van een IB-ondernemer of resultaatgenieter in geval van arbeidsongeschiktheid. De onderdelen 3.5., 3.6. en 3.7. (oud) zijn als gevolg hiervan vernummerd tot 3.6., 3.7. respectievelijk 3.8.

In verband met een nieuw onderdeel 8.2. zijn de onderdelen 8.2. tot en met 8.8. (oud) vernummerd tot 8.3. tot en met 8.9.

In onderdeel 8.2. zijn vier nieuwe aanwijzingen opgenomen voor de (premievrij) voortgezette pensioenopbouw na onvrijwillig ontslag wegens arbeidsongeschiktheid.

Onderdeel 11. voorziet in de intrekking van het besluit van 24 november 2017, nr. 2017-126948 (Stcrt. 2017-70301-n1) dat door dit besluit wordt vervangen. Verder leidt het arrest van de Hoge Raad van 22 juni 2018, 16/06236, ECLI:NL:HR:2018:958 tot intrekking van het besluit van 26 mei 2005, nr. DGB2005/3299m, het besluit van 8 december 2005, nr. DGB2005/6722M en het besluit van 18 december 2013, nr. BLKB2013/2200M.

Dit besluit is vervolgens gewijzigd bij besluit van 17 februari 2023 nr. 2023-1520 (Stcrt. 2023, 6305) De wijzigingen betreffen de aanpassing van onderdeel 5.4. en de toevoeging van een nieuw onderdeel 5.5. Daarnaast zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht en twee onjuiste verwijzingen hersteld. Onderdeel 5.4. (nieuw) bevat de te stellen voorwaarden bedoeld in artikel 38p, vijfde lid, Wet LB voor het geruisloos aanwenden van een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting ter verkrijging van een lijfrenteverzekering, lijfrenterekening of lijfrentebelegginsrecht indien de termijnen uit deze oudedagsverplichting reeds zijn ingegaan. Onderdeel 5.5. (nieuw) bevat de te stellen voorwaarden, bedoeld in artikel 10a.18, vijfde lid, Wet IB 2001 voor het geruisloos aanwenden van een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting ter verkrijging van een lijfrenteverzekering, lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht op een tijdstip later dan het jaar waarin de belastingplichtige aan wie de lijfrentetermijnen toekomen, de leeftijd heeft bereikt die vijf jaar hoger is dan de AOW-leeftijd.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.